Bedachtzaam maar trefzeker, zo klinkt de saxofoon van Oded Tzur. De Israëlische muzikant, woonachtig in New York, zoekt een universele taal. Dat deed hij al op eerdere platen, maar op zijn nieuwste Isabela, dat vorig jaar uitkwam op ECM, heeft hij de sleutel overduidelijk gevonden. Tzur integreert Indiase muziek in zijn jazzspel, met een fluwelen touch op de tenorsaxofoon die aan John Coltrane doet denken. Hij ontwikkelde zijn muzikale kennis onder meer in India, waar hij korte tijd woonde, maar ook in Rotterdam, aan het Codarts conservatorium. In zijn spel zijn bij tijd en wijle ook rauwere kanten te horen. Tzur herontdekte de deltablues van muzikanten als Son House en Howlin’ Wolf, en ook dat liet sporen na in de langgerekte noten, die de structuren van eeuwenoude Indiase ragas volgen.